Jubileum symposium PCN ‘Wees trots op wat je doet en realiseer je hoe bijzonder dat is’
Jubileum symposium PCN
Hoe ziet de toekomst van de cannabisbranche eruit? Die vraag stond centraal op het jubileum symposium van coffeeshopbond PCN, op 4 november in het Evoluon in Eindhoven. Maar er kwam veel meer ter sprake op deze memorabele dag, waaronder lessen uit het buitenland, lof voor minister Kuipers en nieuws over de wietproef.
Drie keer eerder organiseerde het Platform Cannabisondernemingen Nederland een symposium: in 2001 in Aarle-Rixtel en in 2008 en 2009 in het Friese Oenkerk. Dit vierde symposium, ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan, was het meest ambitieuze. Het evenement trok ruim 200 bezoekers: coffeeshopeigenaren, maar ook wietproeftelers en andere groene ondernemers, activisten, wetenschappers en ambtenaren. Presentator en BNR boegbeeld Bas van Werven wist de vaart er de hele dag in te houden. Van Werven is opgeleid als jurist en bleek uitstekend op de hoogte van het toch moeilijk te doorgronden cannabisbeleid.
Ondermijningsdoctrine
In het eerste debat benadrukte drugsexpert August de Loor de schade van wat hij ‘de ondermijningsdoctrine’ noemt. De Loor: ‘In 2010, met het kabinet van VVD, CDA en gedoogpartner PVV, is het gedoogbeleid bij de vuilnisbak gezet. Daar kwam de ondermijningsdoctrine voor in de plaats. Inmiddels is dat neergedaald tot aan het lokale niveau, de VNG, burgemeesters, boa’s, banken. De coffeeshop wordt niet meer gezien als instrument voor het scheiden van de markten van soft- en harddrugs, die naast de overheid de boel in goede banen probeert te leiden. De overheid ziet de coffeeshop nu als ondermijnende branche, die de boven-maatschappij ondermijnt. Dat besmet alle aspecten van het coffeeshopbeleid, tot het experiment aan toe.’
foto Charlotte Grips
Joachim Helms van Greenhouse coffeeshops vertelde over het overleg op de Haagse ministeries over de wietproef. Dat bleek voor de ambtenaren een hele stap. Helms: ‘Dat spraken ze ook uit: wij vinden dit best spannend, want jullie staan toch met één been in de georganiseerde misdaad. Dan moet je even slikken, maar besef je hoe het voor je gesprekspartner is.’ Net als August de Loor betreurt Helms dat veel coffeeshops de consumptieruimte opdoeken en afhaalloketten worden: ‘Je ziet dat ook na corona. Toen werd er veel afgehaald en ondernemers vonden dat ook wel prettig. Maar het is heel belangrijk dat coffeeshops open blijven met die sociale functie. Dat maakt de coffeeshop nog echt uniek in de wereld. Ook Duitsland kijkt daar goed naar. Dus we mogen ons zelf ook wel op de borst kloppen, vind ik.’
Pioniersrol van de coffeeshops
Die boodschap klonk ook bij de presentatie van het boek ‘Een kwart eeuw knokken voor de coffeeshop: geschiedenis van het PCN 1997-2022’, dat journalist en VOC voorzitter Derrick Bergman in opdracht van het PCN schreef. Gevraagd naar zijn boodschap voor de vereniging zei Bergman: ‘Meer trots, zou ik willen zeggen. Wees trotser op wat je doet. En realiseer je hoe ontzettend bijzonder dat is.’ De sprekers in het internationale panel prezen de pioniersrol van de coffeeshops. Bob Hoban, een Amerikaanse jurist die in 35 landen adviseerde over regulering, zei dat het coffeeshopmodel ‘waarschijnlijk nog steeds het ideale model is voor de verkoop van wiet en de sociale component’.
Hoban komt al sinds 1993 in Nederland en verbaast zich over de kloof tussen de cannabiscultuur en de mainstream cultuur: ‘We willen hier niet praten over ons cannabisgebruik. Waarom? Waarom zou je dat niet veranderen en het normaliseren, accepteren en er trots op zijn? Want dat zien we gebeuren in de rest van de wereld.’ Een van de indrukwekkendste sprekers was Hilary Black, die in 1997 de eerste medicinale cannabiswinkel van Canada opende, de BC Compassion Club. Dat ze die stap zette had veel te maken met het jaar dat ze in Amsterdam woonde en werkte bij Positronics, de legendarische growshop van Wernard Bruining.
‘Ik ben enorm veel dank verschuldigd aan Nederland, de coffeeshophouders en de pioniers van de vrijheid’, zei Black. ‘Ik woonde hier in 1995 en Wernard nam me aan bij Positronics. Een jaar lang verkocht ik hasj en wiet, hing rond in die geweldige kantine, serveerde lunch en ontmoette ongelooflijke leraren, op wiens schouders ik nu sta. Ik leerde hoe het voelde om vrij en open te zijn, geen schaamte of angst te hebben. Dat nam ik mee terug naar Canada toen ik de Compassion Club begon.’ De afgelopen jaren werkte Black voor Canopy Growth, een van ’s werelds grootste wietbedrijven. In het voorjaar werd haar hele team onverwacht ontslagen. Dit was haar eerste publieke optreden sindsdien.
foto Charlotte Grips
Overgereguleerd en te zwaar belast
Black is trots op de legalisering in haar vaderland, maar heeft ook kritiek. Vooral op de hoge drempels die er in het begin waren. Je moest zeer veel kapitaal hebben, de achtergrondcontroles waren extreem streng, net als de eisen aan je kweekfaciliteit. Inmiddels zijn er vergunningen voor ‘micro producenten’, met een kweekoppervlak van maximaal 186 vierkante meter. Juist deze kleintjes halen marktaandeel weg bij de grote jongens. De grootste cannabisbedrijven, waaronder Canopy, verliezen nog steeds honderden miljoenen per jaar, vertelde Black: ‘Hun kapitaal droogt op, nog maar heel weinig mensen investeren in de Canadese cannabismarkt. Dat komt omdat die overgereguleerd is en te zwaar belast wordt.’
Een voorbeeld van die overregulering is het verbod op reclame, die communicatie tussen bedrijven en consumenten vrijwel onmogelijk maakt. Black: ‘Ik denk dat je reclame en branding zo kunt reguleren dat het verantwoord gebeurt. Het is een van de belangrijkste dingen die we missen om een levendige en diverse markt te hebben: het communiceren van de persoonlijkheid van bedrijven. In plaats daarvan zien we nu een race naar hoge THC en lage prijzen.’ Georg Wurth, dé man van het Deutsche Hanfverband, praatte de zaal bij over de ontwikkelingen in Duitsland. De VN drugsverdragen ziet hij niet als een groot probleem, het voorleggen van het legaliseringsplan aan de Europese Commissie kan dat wel worden, net als de stemming in de Bondsraad, het parlement van de deelstaten.
Depla: Experiment in het experiment
De Volkskrant publiceerde op de dag van het symposium een interview met de Bredase burgemeester Paul Depla. Daarin en bij het paneldebat over de wietproef pleitte hij voor ‘een experiment in het experiment’. Tilburg en Breda zouden naast hun gewone assortiment nu alvast de cannabis van wietproefteler Fyta uit Waalwijk moeten gaan verkopen. Fyta is de enige van de tien aangewezen telers die al kweekt. Het duurt allemaal veel te lang, vindt Depla: ‘We moeten echt stappen zetten, anders raken we het enthousiasme en het geloof in het experiment kwijt. Dan worden we door Europa ingehaald en heeft het experiment geen betekenis meer. Sterker: dan kan het worden uitgelegd als vertragingstactiek van mensen die het überhaupt niet willen.’ De burgemeester bood de landelijke politiek nog een optie om te versnellen. ‘Laten we ook beseffen: het experiment gaat eigenlijk alleen maar om te testen of de markt gereguleerde wiet accepteert en of we in staat zijn om een gereguleerde cannabisketen te realiseren. Daar heb je misschien helemaal niet zoveel tijd voor nodig.’
foto Charlotte Grips
Het probleem is volgens Bart Vollenberg een gebrek aan vertrouwen bij de overheid. Naast coffeeshopondernemer is hij ook wietproefteler, met Aardachtig. Vollenberg: ‘We gaan alleen maar bewijzen dat de bestaande markt een gesloten keten zou kunnen zijn. Want dat vertrouwen is er niet. We geloven eigenlijk niet dat de coffeeshops en bestaande telers -want die mogen meedoen als ze niet teveel antecedenten hebben- dat waar kunnen maken. Dat is de essentie van het probleem. Er zit zoveel kramp op, dat iedereen het perfect wil hebben.’ Hij gaf een update over de telers: Fyta produceert als enige en één teler zit in een procedure over het weer intrekken van hun vergunning. Van de acht andere telers zeggen er zes dat ze klaar kunnen zijn in het vierde kwartaal van 2023. Twee hebben iets langer nodig, tot pakweg eerste kwartaal 2024.
‘Consumenten gaan bewegen’
Als de wietproef wiet te koop is, verwacht Vollenberg ‘een aanzuigende werking’. ‘Een beter, schoner product, wat meekan in de prijs, gaat gewoon meer klanten trekken. En er is niet zoiets als de markt in Breda of de markt in Almere. Er is een grote markt voor consumenten en die gaan bewegen.’ Zowel Vollenberg als Depla prezen minister Kuipers. Depla: ‘Sinds Ernst Kuipers minister van VWS is en VWS dit ook echt naar zich toetrekt, gaan we echt stappen zetten. Ik had eerlijk gezegd bij het vorige kabinet het idee: het is politiek corvee, niet politieke wenselijkheid. Met de huidige ministers heb ik het idee: het is echt politieke wenselijkheid om dit gerealiseerd te krijgen.’ Vollenberg over Kuipers: ‘Hij luistert, hij is er, hij is betrokken en hij zoekt naar mogelijkheden.’
In het slotdebat gaf advocaat Tim Vis een advies aan de branche. Die zou in overleg met de constructieve gemeenten ‘een routekaart naar regulering’ moeten maken en die aanbieden bij het college van procureurs-generaal, de top van het openbaar ministerie. Willem Vugs van coffeeshop Toermalijn in Tilburg sprak zich uit tegen het idee van Depla voor een experiment in het experiment. Nicole Maalsté vindt dat de houding van de ondernemers mee moet gaan bewegen richting legalisering: ‘Je moet transformeren tot een legale sector en je zo ook voelen. En dan dus ook je kansen pakken. Dan durf je naar voren te lopen en te zeggen: hier ben ik het niet mee eens.’
foto Charlotte Grips
De registraties van de vier paneldebatten en de andere programma onderdelen zijn terug te kijken op youtube
August de Loor wint de Koos Zwart Award 2022
foto Charlotte Grips
Tijdens het symposium werd de Koos Zwart Award uitgereikt, de prijs die het PCN jaarlijks uitreikt aan een persoon of organisatie die zich uitzonderlijk voor legalisering en normalisering van cannabis heeft ingezet. De winnaar van dit jaar is August de Loor. PCN bestuurslid Ricardo Hewitt noemde De Loor in zijn lofrede ‘een luis in de pels voor het gezag, maar ook voor de cannabisondernemers’. Hewitt: ‘Hij kan ons er stevig van langs geven, maar zijn kritiek snijdt bijna altijd hout. Tegelijk is hij een vurig verdediger van de coffeeshop, de café-slijterij voor cannabis in zijn woorden, het tweede uitgaanscircuit van Nederland.’ De Loor was de eerste straathoekwerker van Nederland, runde decennia lang het Adviesburo Drugs, was medeoprichter van de BCD, het Landelijk Overleg Coffeeshopbonden en het Cannabinoïden Adviesbureau Nederland.